Stroomloos maken om veilig te werken
Een extra stopcontact aanleggen, een lamp ophangen, storingen verhelpen en ander elektricienwerk is volmaakt veilig als u het deel van de installatie waaraan u werkt stroomloos maakt.
Draai hiervoor de groepsschakelaar om en neem de zekering uit en meet of de installatie werkelijk spanningsloos is. Lees wel eerst in deze brochure hoe de installatie werkt en over de kleuren van de draden.
Stroom komt uw huis binnen via een z.g. dienstleiding die eindigt bij de elektriciteitsmeter. Daarboven ziet u een kast met twee of meer zekeringen. Een zekering is een beveiliging die de stroom verbreekt in geval van kortsluiting of overbelasting.
Aan het aantal ziet u in hoeveel groepen de installatie is verdeeld. Iedere groep kunt u uitschakelen door de schakelaar boven of naast de zekering om te zetten. Vaak ziet u hier ook een z.g. aardlekschakelaar, een kastje met een testknop erop. Dit is uw levensverzekering. Raakt u op een ongelukkige plaats, bijv. op een natte stenen vloer, een toestel aan dat onder stroom staat, dan verbreekt de aardlekschakelaar in een fractie van een seconde de stroom in huis. Voor het aanleggen van elektra is deze beveiliging heel mooi maar u dient om veilig in huis te kunnen werken de stroom er af te halen bij het aanleggen van elektra in huis.
De verschillende kleuren draden
In een moderne installatie vindt u vier kleuren draad. Bruin is de stroomaanvoer (fase), blauw voert de stroom af (nuldraad), zwart, de schakeldraad, verbindt o.a. een schakelaar en een lichtpunt. Groen-geel is de aarddraad, die letterlijk in contact staat met de aarde. In oudere installaties is de fasedraad groen, de nuldraad rood en de aarddraad grijs.
Installatiemateriaal
Uitbreiden opbouwsysteem
Uitbreiden inbouwsysteem
Materialen die u nodig heeft.
Installatiemateriaal
Elektriciteitsdraden lopen door kunststof buizen, meestal 16 mm dik. In de buis maakt u met de hand en een buigveer bochten. Haakse bochten zijn te koop. Buizen worden gekoppeld met moffen. Om aftakkingen te maken of schakelaars en stopcontacten aan te sluiten hebt u keus uit talloze dozen; voor iedere situatie is er een. Buizen op de wand zet u vast met zadels: horizontaal (=niet vertikaal, dus ook schuin) om de 40 cm, verticaal om de 50 cm; bij bochten, moffen en dozen komt op 10 cm afstand ook een zadel. Dit zijn zadelafstanden voor normale pijp, dus geen flexibele, hiervoor is de zadelafstand kleiner.
In z.g. lasdozen verbindt u de draden van dezelfde kleur met een lasklem of een laskop.
Uitbreiden en zekeringen
Voor u dit karwei aanpakt moet u even rekenen om zeker te zijn dat door de uitbreiding de stop niet doorslaat. Iedere lamp of apparaat gebruikt een hoeveelheid stroom die wordt uitgedrukt in Ampère (A). Door de stroom te vermenigvuldigen met de spanning (V) bepaal je het vermogen (W). Het vermogen staat over het algemeen altijd vermeld op een lamp of het typeplaatje van het apparaat. Als u weet hoeveel watt maximaal op een groep wordt gebruikt (gewoon optellen), dan deelt u dit getal door 230, het voltage. De uitkomst geeft de stroomsterkte aan in amperes (A). Aan de zekeringen ziet u hoeveel ampère die maximaal kunnen hebben. Een rood plaatje op de achterkant is goed voor 10 A, een grijs voor 16 A. Bij een 10 A zekering kunt u maximaal 10 x 230 = 2300 watt gebruiken, bij een 16 A zekering max. 3680 watt.
Uitbreiden opbouwsysteem
1. Schakel de stroom uit en verwijder het stopcontact.
2. Vervang deze door een z.g. uitbreidingsdoos met een montagedeksel waarop u het stopcontact kunt monteren.
3. Bepaal de plaats van het tweede stopcontact. Dit kan uiteraard ook een schakelaar zijn met doorverbinding naar een lichtpunt.
4. Monteer de kunststofbuis. Let op de zadelafstand.
5. Trek nieuwe draden. Bruin en blauw naar een stopcontact, bruin naar een schakelaar met een ononderbroken blauwe draad naar het lichtpunt. Van de schakelaar een zwarte draad naar het lichtpunt.
6. Verbind de draden van dezelfde kleur in de uitbreidingsdoos met lasklemmen. In beide lasklemmen twee korte stukken draad (bruin en blauw) voor het bestaande stopcontact.
7. Bevestig de draden aan stopcontacten en of schakelaar en het lichtpunt.
Uitbreiden inbouwsysteem
1. Verwijder het stopcontact.
2. Bepaal de plaats van stopcontact of schakelaar en frees sleuven in de wand voor de buis.
3. Frees uitsparingen in de wand voor de doos onder schakelaar/stopcontact en het eventuele lichtpunt.
4. Buis plaatsen en vastzetten met spijkers.
5. Sleuven dichten met vulmiddel, dozen vastzetten met vulmiddel. Verder montage als voor opbouw.
Praktische uitbreiding
Als regel is een stopcontact, waarin een bruine en een blauwe of een groene en een rode draad samenkomen, het geschiktste punt om een uitbreiding te beginnen. We laten u zien hoe dat gaat, zowel op als in de wand.
Platte-Buissysteem
Voor uitbreiding kunt u ook het platte-buissysteem kiezen. De rechthoekige buis wordt nagenoeg onzichtbaar op plinten en in hoeken gemonteerd. De draden legt u gewoon in de buis waarna u deze dichtklikt. Bij het systeem horen lasdozen, montageplaten voor schakelaars en stopcontacten, hoekjes en T-stukken voor aftakkingen. Uiteraard is er ook een verloopstuk voor de aansluiting op ronde buis.
Voor vragen op het gebied van elektriciteit kunt u terecht op ons zeer deskundige forum
Materialen en gereedschap voor het werken met elektriciteit.
Begrippenlijst elektra op ons forum