Een pomp doet niets anders dan water verplaatsen.
De basis instelling zou kunnen voldoen als de installatie daarop ontworpen is.
Maar om de kans te vergroten dat de pomp geschikt is voor de meeste installaties binnen het toepassingsgebied zitten er meerdere standen op dat ding.
Fabrieksinstellingen zijn niets anders dan de afleverstand van de pomp als deze geleverd word, het is aan de ontwerper van de installatie om deze in gebruiksstand te zetten zodat de pomp werkt zoals bedoeld in de installatie.
2 methoden.
1 we rekenen alle weerstanden uit om op het juiste drukverschil te komen bij het gewenste debiet.
2 we kijken of we bij bepaalde instellingen we in het gewenste debiet komen.
Nummer 1 doen we tijdens ontwerp en daarop kiezen we de pomp die in dat werkgebied past.
Nr 2 doen we in het veld om de pomp aan te passen op de werkelijke situatie.
Je kan dus nooit zeggen zet maar oo fabrieksinstellingen of op stand 2 zonder de installatie te kennen.
Omdat een verdeler met een aantal groepen word geleverd en de fabrikant van het samenstel redelijk kan inschatten welke stand de pomp moet staan zal dat dus vermeld zijn in de manual.
Dat is dus volgens robot stand 2 constante druk, ccp2 dus.
Geeft dat problemen dan gaan we naar methode 2.