Idealiter kun je door gebruik te maken van de latente (verborgen) warmte door het uit de verbrandingsreactie chemisch gevormde water uit de zuurstof en het aardgas (i.q. methaan) in een HR-ketel te laten condenseren, theoretisch iets van 1,5 liter water laten neerslaan.
Dan heb je een verbranding waar je door die condensatie gebruikt maakt van de bovenste verbrandingswaarde.
Condenseer je niet, dan haal je maximaal de onderste verbrandingswaarde.
Verschil tussen beide is ca. 11%.
In de condensatie-praktijk zal dit, afhankelijk van de installatie en het seizoen, rond de 1 liter per verstookte m3 aardgas uitkomen.
Het vermogen van de ketel is dus niet van belang voor de verhouding, wel voor de snelheid waarmee je een kuub gas verbrand, en daar water aan over kunt houden.