Stenen die goed volzuigen met water (en dan met name vochttransport door capillaire werking), vriezen snel kapot.
Dus ondergronds worden harde, weinig poreuze stenen gebruikt die worden gemetseld met trascement (watervast). De eerste lagen boven de grond zijn ook van een harde dichte steensoort die eveneens met watervast cement worden gemetseld. Het heet een trasraam.