Scheluw
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Scheluw is een aanduiding uit de houtconstructie en betekent gedraaid of scheef. Door teveel of te weinig vocht in het hout kan dit gaan werken en daardoor kromtrekken. Als twee evenwijdige zijden van een plank of plaat niet langer in één vlak liggen wordt de plank of plaat scheluw genoemd. Het gevolg kan zijn dat een kastdeur boven of onder niet goed meer sluit. Of dat een houten vloer of traptrede niet meer vlak ligt. Vaak gaat het om hout dat te snel na winning is verwerkt en onvoldoende heeft kunnen drogen of dat is gezaagd uit een kromme boom. In de meubelindustrie wordt tegenwoordig voornamelijk werkingsarm plaatmateriaal gebruikt, zoals mdf, spaanplaat, multiplex en meubelplaat, dat beter tegen vochtinwerking bestand is en daardoor veel minder snel kromtrekt. Ook houten vloeren worden meestal met samengesteld materiaal gelegd, met een toplaag van enkele millimeters echt hout of zelfs slechts een folie met een fotografische afdruk van een houten plank. Echte (massief) houten vloeren moeten stevig met een vaste ondergrond worden verbonden om kromtrekken, maar ook krimpen of uitzetten tegen te gaan.
Constructie
De term scheluw wordt ook gebruikt voor trap- en dakconstrukties. Een trap wordt scheluw genoemd als deze onder of boven een lichte draaiïng vertoont. Een dak wordt scheluw genoemd als de (evenwijdige) hellingsranden niet dezelfde hoek hebben.