Hout drogen kun je vergelijken met het drogen van een spons. Hout bevat vrij water, de sappen die voeding van wortel naar blad/naald transporteren. En gebonden water, het vocht wat in de celwanden zit.
Een verzadigde spons, dus vol met water kun je uitknijpen tot al het water er uit is maar de vorm veranderd daardoor niet.
Bij hout geldt iets soortgelijks, als al het vrije water er uit is verandert de vorm nog niet.
Als de spons verder droogt tot alle vocht er uit is verandert de vorm wel, de spons verschrompeld een beetje. Als bij hout het vocht uit de celwanden uitdroogt krijg je ook vormverandering.
Nu juist deze fase is van belang voor jou. zodra het vrije water er uit is moet je het hout een beetje vochtig houden zodat het gebonden water uit de celwanden er heel langzaam uit verdwijnt, dan heb je een hele kleine kans dat het scheuren mee gaat vallen. Denk maar zo, een grote scheur is lastiger dan vele kleintjes. Gelijkmatig drogen geeft eerder kleine scheurtjes.