Ok mensen, bedankt voor de reacties tot zover. Zoals met veel dingen is het nog niet zo simpel ben ik bang. Ik ben wat op onderzoek uitgegaan en volgens mij begrijp ik nu min of meer hoe het zit. Ik zal het even opschrijven, waarna jullie mogen zeggen of het allemaal klopt of anders wat er niet aan klopt. Mogelijk dat we er zo allemaal wat van kunnen opsteken.
De reden dat ik deze vraag stel is inderdaad dat ik best vaak lekkages heb. En ik gebruik al teflondraad (Loctite 55). De lekken doen zich voornamelijk voor bij de niet-conische (rechte/parallelle) buitendraden, zoals die verloopring in het plaatje. Vaak hebben die ook een korter schroefdraad, dus met minder rondes/windingen; de getoonde verloopring heeft er bijvoorbeeld maar vier. Daar ligt dus de oorzaak, want met lange, conische schroefdraden heb ik geen problemen.
Korte schroefdraden, zoals de getoonde verloopring, zijn in het algemeen voorzien van recht schroefdraad (gasdraad) aangeduid met de letter G (want
origineel alleen voor gas gebruikt, ook wel BSPP, niet te verwarren met Rp, eveneens parallel). Deze zijn volgens mij helemaal niet bedoeld om met afdichtingsmiddel (teflon, hennep, enz.) af te dichten op het draad, maar met o-ring of wartel/pakkingsring. Gasdraad G is dan ook opgenomen in ISO 228, of de Nederlandse/Europese tegenhanger
NEN-EN-ISO 228-1:2003: "Niet-afdichtende pijpschroefdraad", of nog iets duidelijker in het Engels: "Pipe threads where pressure-tight joints are not made on the threads".
Lange schroefdraden zijn meestal conisch en worden aangeduid met R voor een puntstuk (buitendraad). In Europa (met BSPT) heeft de binnendraad van een bijbehorende schroefbus altijd parallel draad, aangeduid met Rp. Vanwege het conische buitendraad kun je dit beter klemmen in het rechte binnendraad. Afhankelijk van de dikte van de hennep of teflon kun je dan verder of minder ver draaien en afdichten met precies de benodigde klemkracht. Dit is opgenomen in de ISO 7-standaard, of de Nederlandse/Europese
NEN-EN 10226-1:2004: "Afdichtende pijpschroefdraad", of "Pipe threads where pressure tight joints are made on the threads".
Ga je nu die twee standaarden mixen, dan heb je dus kans dat het fout gaat, zoals bij mij een aantal keer gebeurd is: een korte rechte schroefdraad (G buitendraad) in een schroefbus (Rp binnendraad). Vaak dicht dat wel af, maar je moet dan wel heel precies de juiste hoeveelheid hennep of teflon nemen. En belangrijker nog, je hebt een korter schroefdraad om op af te dichten, dus ook minder afdichting.
Als je dus zo'n fitting/appendage hebt als in de startpost met een korte en rechte schroefdraad dan is dat duidelijk een "G-fitting", die je op een van de volgende twee manieren kunt dichten (ook wel "vlakdichtend"):
- Met een wartel in combinatie met een fiberring of rubberen ring die tussen de buitenrand van de appendage en de binnenrand van de wartel klemt (waarbij het schroefdraad dus droog blijft);
- Met zo'n o-ring dus die je klemt tussen het flensje aan het einde van het schroefdraad en de vlakke buitenkant van de schroefbus (dus nat schroefdraad).
Voor 1 is het dus wel nodig dat je een stompe rand hebt aan het einde van de buitendraad (veel buizen met R-draad hebben een te scherp randje). Je hebt ook een wartel nodig, of in ieder geval een flens rondom de opening binnenin de schroefbus.
Voor 2 heb je dus een stuk nodig met aan het einde van de buitendraad een flens. En je hebt dus een vlakke rand nodig aan de buitenkant van de schroefbus waar je het inschroeft (maar dat is meestal wel zo).
Wat ik alleen niet snap is dat je ook vaak lange (vijf windingen of meer) niet-conische (rechte/parallelle) schroefdraden hebt die duidelijk bedoeld zijn om met teflon of hennep op het draad af te dichten. Zie bijv. buitenkranen, stopkranen of wasmachinekranen voor in een muurplaat, of standaard korte messing nippels. Ze hebben geen flensje maar wel minimaal vijf rechte windingen. Dit is dus niet volgens de Rp-standaard, maar kan ook niet met G (al zou het wel met wartel kunnen, alleen dat is onzin voor zo'n kraan want die moet in een muurplaat). Ik vraag me daarom af waarom deze niet conisch gemaakt zijn. Gelukkig heb je bij dit soort kranen net wat meer schroefdraad, dus kun je het vaak wel dicht krijgen. Maar iemand een idee hoe dit zit?
Wat ik ook niet snap is dat je ook de volgende mix vaak ziet: een conische buitendraad (R) waar een wartel op wordt geschroefd met pakkingsring (G). Ook twee verschillende standaarden dus. Het uiteinde van de buitendraad heeft vanwege het conische een wat kleinere diameter dan van een vergelijkbare G-fitting, dus het klemt wat meer aan de binnenrand van de pakking. Maar ook hier geldt dat je het wel dicht kunt krijgen, als je maar een randje hebt dat stomp genoeg is om af te dichten tegen de pakkingsring van de wartel. Misschien dat iemand hier ook nog wat zinnigs over kan zeggen.
Ik weet niet waarom
@Peter zegt dat het met een ring helemaal niet zal gaan, terwijl ik er nu min of meer van overtuigd ben dat het juist daarvoor bedoeld is. Als je goed kijkt zie je dat er zelfs wat ruimte tussen het einde van het schroefdraad zit en het flensje, precies genoeg om een o-ring tussen te schuiven. Echter, ik heb ze vreemd genoeg zonder o-ring gekocht. Nu moet ik er nog achter zien te komen wat voor o-ringen ik dan moet hebben en in welke maat. Hulp is welkom! (En dus ook over bovenstaande, indien er iets niet klopt. En sorry voor de lange post!)