(REPRESSIEVE) CRITERIA VOOR VERGUNNINGSVRIJE BOUWWERKEN
Bij bouwvergunningsvrij bouwen geldt een aantal regels met betrekking tot het volbouwen van erf en dak, het voldoen aan het bouwbesluit, voorschriften ten aanzien van gebruik, burenrecht en ook aan redelijke eisen van welstand.
Een bouwvergunningsvrij bouwwerk wordt vooraf niet aan welstandseisen getoetst. Toch zijn er grenzen gesteld aan wat gebouwd mag worden. Bij bouwwerken die 'in ernstige mate in strijd zijn met redelijke eisen van welstand' kan de gemeente ingrijpen. Hiervoor is de zogenaamde 'repressieve welstandstoets' ingesteld; een excessenregeling op grond waarvan gedwongen kan worden 'al te lelijke bouwwerken die ernstig uit de toon vallen' aan te passen.
Daarnaast bestaat er de mogelijkheid vergunningsvrije bouwwerken vrijwillig te laten toetsen aan de al-gemene en gebiedsgerichte sneltoetscriteria.
Repressieve toetsing van vergunningsvrije bouwplannen
Volgens artikel 19 Ww 2002 kunnen Burgemeester en Wethouders de eigenaar van een bouwwerk dat ‘in ernstige mate in strijd is met redelijke eisen van welstand’ aanschrijven om die strijdigheid op te heffen. Criteria hiervoor moeten in de welstandsnota zijn opgenomen. De excessenregeling is niet bedoeld om de plaatsing van het bouwwerk tegen te gaan. Voor de gemeente geldt het criterium dat er bij ernstige stri-jdigheid met redelijke eisen van welstand sprake moet zijn van een exces, dat wil zeggen een buit-ensporigheid in het uiterlijk die ook voor nietdeskundigen evident is. Het gaat hierbij dus om zaken waaraan een groot deel van de mensen zich ergert. Vaak heeft dit betrekking op het onbruikbaar maken van bouwwerken, ernstig verval van bouwwerken, het ontkennen of vernietigen van architectonische bi-jzonderheden bij aanpassing van een bouwwerk, armoedig materiaalgebruik, toepassing van felle of con-trasterende kleuren, te opdringerige reclames of een te grove inbreuk op wat in de omgeving gebruikelijk is. Het zal duidelijk zijn dat in een gebied waarvoor een hoog niveau is vastgesteld, er eerder sprake kan zijn van een exces dan in een gebied met een lager welstandsniveau.
De excessenregeling geldt ook voor vergunningsvrije bouwwerken. Vergunningsvrije bouwwerken die voldoen aan de sneltoetscriteria zijn in elk geval niet in strijd met redelijke eisen van welstand. Bij afwijking daarvan zullen Burgemeester en Wethouders desgevraagd beoordelen of het bouwwerk in ernstige mate met die criteria in strijd is. De in deze nota opgestelde criteria kunnen daarbij dienen als repressief toetsingskader voor vergunningsvrije bouwwerken.
De plaatsing van een bouwvergunningsvrij bouwwerk kan overigens niet door middel van dit aanschrijfin-strument worden tegengegaan. Uitsluitend het uiterlijk van dat bouwwerk kan zo nodig worden aangepakt.
Vrijwillige toetsing van vergunningsvrije bouwplannen
Om te voorkomen dat men achteraf geconfronteerd wordt met een ernstige strijdigheid van het bouwplan met redelijke eisen van welstand kan een initiatiefnemer van een te bouwen vergunningsvrij bouwwerk dit vooraf vrijwillig laten toetsen aan redelijke eisen van welstand. De algemene en gebiedsgerichte sneltoet-scriteria kunnen daarbij dienen als adviserend kader.
Een dergelijke beoordeling kan voorafgaand aan de realisatie worden uitgevoerd op verzoek van de ini-tiatiefnemer, of na de realisatie op verzoek van belanghebbenden (waaronder ook bestuurders, amb-tenaren en leden van de welstandscommissie).