Bij beluchting wordt een ventiel geplaatst, dat wel lucht toelaat tot de afvoer, maar geen lucht er uit laat ontsnappen.
Dit ventiel kan in principe "overal" waar nodig geplaatst worden want het kan, mits het correct functioneert, geen stank veroorzaken.
Door beluchting wordt gezorgd dat een afvoer bij het leegstromen voldoende lucht mee krijgt om het water goed te laten wegstromen.
En eventueel leegtrekken van een sifon kan daarmee verholpen worden.
Vooral bij sifons van gootsteen en wasmachine e.d. kan een beluchte sifon erg nuttig zijn.
Ontluchting betekent dat de lucht in een (meestal grotere) afvoer vrij weg kan komen. Een ontluchter is altijd óók een beluchter want de lucht kan er uit, maar ook er in.
Omdat bij ontluchting de rioolluchten vrij hun weg kunnen vinden naar buiten toe, kan dat alleen toegepast worden d.m.v. een buis direct naar het hoogste punt van het huis, en dan naar buiten, of net onder de pannen.
Ook een ontluchting zorgt voor betere waterafvoer, maar voorkomt daarnaast dat bij plotselinge verhoging van de rioolwaterstand (bij een flinke regenbui bijvoorbeeld) dat het water uit de sifons (en uit het toilet) naar boven spuit.
Een ontluchtingsbuis is een standaard voorziening bij elk afvoersysteem, althans dat zou het moeten zijn.
Een beluchtingsventiel wordt meestal alleen geplaatst indien er op een bepaalde plaats problemen zijn. Maar bij een gootsteenafvoer en een wasmachineafvoer zeer aan te bevelen.