Meestal zijn dit soort latjes in verstek gezaagd en ook nog eens precies pas gemaakt (of ze waren eigenlijk niet precies pas maar met een klap van de hamer schoot alles precies op de juiste plek).
Zaak is om de spijkertjes waar deze glaslatten mee vast zitten er eerst uit te krijgen.
Soms kun je ze gewoon van de bovenkant met een zijkniptang vastpakken en er uit trekken (leg wel een plamuurmes onder de tang om deuken te voorkomen), maar meestal zijn ze verzonken en de gaatjes dicht geplamuurd.
Om ze dan toch los te krijgen kun je het beste beginnen met de glaslatten aan de lange kant, immers deze kunnen het meest verbuigen.
In het midden zul je de glaslat dan iets op moeten wippen, ik gebruik hier meestal een breede houtbeitel voor of een mes waarmee ze ook de stopverf uithakken. (uithakmes)
Als je daarna de lat terug laat veren komt de kop van het spijkertje boven de lat uit en kun je hem er uit trekken. Zo niet dan wip je de glaslat weer ophoog en met een plamuurmes duw je tegen het spijkertje zodat deze niet weer terug in het hout kan schieten.
Als je zo de spijkertjes van 1 glaslat er uit hebt weten te krijgen kun je die proberen te verwijderen door met een houtbeitel tussen de ruit en de glaslat te wrikken. Is de eerste er uit dan gaat de rest een heel stuk gemakkelijker.
Maar de kans dat je wat beschadigt is zeer groot dus als het niet wil dan hak ik de glaslatten meestal weg met een houtbeitel onder het motto "een glaslat is nog wel nieuw na te maken, maar een oude deur is niet nieuw te koop".
Als je de ruit gaat vervangen en de glaslatten hebben het niet overleefd dan kun je eventueel ook isolatieglas gaan monteren (uiteraard afhankelijk van de grote van de ruit) Met enige noeste arbeid, zagen en frezen kun je dan glaslatten maken die i.p.v. in de sponning op de deur komen te liggen zodat er ruimte is voor het veel dikkere glas en het geheel toch een oud karakter heeft.
suc6
Gerrit Bakker